De dolfijn zwom met hen mee, de haven uit. Hij, of was het een zij, leek hun zeilboot geadopteerd te hebben. Het was de proefvaart van hun nieuwe boot. Henriëtte voelde zich schuldig naar al die mensen die met hun kinderen naar de haven waren gekomen om naar het dier te kijken. Een van de weinige uitjes die nog toegestaan waren.

Vrolijk zwom het prachtige dier onder de boot door en dook weer op aan de andere kant. Henriëtte keek om naar het publiek. De mensen hoopten natuurlijk dat de dolfijn weer terug zou komen naar de haven. Ze voeren de zee op. De dolfijn was verdwenen.

Twee dagen later stond het in de krant. De dolfijn was dood aangetroffen op een strand. Een naar voorgevoel bekroop haar. Een dolfijn doden brengt ongeluk, dat weet iedere zeeman. Zij hadden het dier natuurlijk niet gedood en toch voelde ze zich schuldig. Met hun boot was hij mee de zee op gezwommen. Het was een slecht voorteken ...







