

Deze vraag werd veel gesteld de afgelopen dagen. Ik loop achter met het antwoord. Door alle hectiek ben ik niet veel toegekomen aan schrijven. En inmiddels ben ik in Nederland, na een toch vrij plotselinge evacuatie.

Hoe was het in Kiev? Tja, uitersten, vriezen en dooien, blijdschap en verdriet. In één week heb ik in een korte broek op mijn balkon gezeten en door de sneeuw gelopen. Al tijdens ons eerste weekeinde daar samen werden door de regering stevige maatregelen aangekondigd. Alleen de supermarkten mochten nog open blijven. Ik heb slechts één dag Russische les in het instituut gehad. Daarna sloot dat ook de deuren. Mijn wereld werd snel heel klein. Wonen in een appartement heeft zijn beperkingen als je buiten de deur niet veel meer kan of mag. En alleen zijn in een vreemde stad, zonder sociaal netwerk en zonder te kunnen praten met mensen, is dan plotseling wel erg alleen.

Gelukkig startte mijn Russische cursus snel weer op in een digitale omgeving. Dat werkt wonderwel en ik ga daar nu ook in Nederland maar gewoon mee door. Voor als ik ooit weer terug kan gaan. Verder barste het voorjaar uit en dan is het toch moeilijk om somber te blijven. Het enige uitje was weliswaar de supermarkt – iets waar ik normaliter een hekel aan heb – maar het was een mooie gelegenheid om de deur uit te gaan. Het loopje ernaar toe was heerlijk: stille straten en schone lucht. Uitgestorven straten zelfs, maar goed voor een mooie foto van de prachtige overdekte markt, die nu helaas gesloten was.

In de donkere shoppingmalls stonden de roltrappen stil en waren de corridors naar de supermarkten in de kelders afgezet met rood-witte linten. Overal handhavers, overal politie, overal mondkapjes. Maar wel gewoon volle schappen en geen gehamster. Samen met de maatregelen was namelijk ook aangekondigd dat de regering er zorg voor zou dragen dat de supermarkten gewoon bevoorraad zouden blijven. En het vertrouwen daarin was kennelijk groot genoeg. Dus volop WC-papier in Kiev.

Maar die zaterdag pakten zich wolken samen boven de stad en die zondag werd het weer even winter. Buiten sneeuwde het en intussen werden steviger maatregelen aangekondigd. Zo zou de grens volledig dicht gaan. We hadden ook zorgen over hoe we naar Nederland zouden kunnen gaan, mocht er iets gebeuren daar. Het idee dat dat onmogelijk zou gaan worden zat ons niet lekker. Er kwam ineens een mogelijkheid om mij op een ingelaste laatste vlucht van Kiev naar Amsterdam te krijgen en toen moesten we snel schakelen. In apocalyptische sferen – uitgestorven luchthaven, mondkapjes, stewardessen in beschermende overalls en met veiligheidsbrillen en rubber handschoenen, marechaussee direct bij uitgang van vliegtuig – reisde ik terug op dinsdag. Met gemengde gevoelens.

Inmiddels ben ik weer een paar dagen in Heemstede. Het leven hier in een dorp is goed uit te houden. Ik heb mijn dochters thuis en mijn racefiets. Ook hier barst het voorjaar los en is het moeilijk om somber te zijn. We maken het gezellig. Ondanks de vreselijke onzekerheid over hoelang dit gaat duren en waar dit naar toe gaat, maar bovenal dat Otto en ik niet weten hoelang we elkaar niet gaan zien. Nou ja, zien wel, want gelukkig hebben we Skype en FaceTime, dus regelmatig borrelen we als gezin toch even samen.








