
We leven in ons appartement en mogen er niet uit. Nog 10 dagen te gaan. Inmiddels heb ik ons overdekte achterbalkon tot tuin en tevens gym gepromoveerd. Met uitzicht op de kastanjebomen probeer ik touwtje te springen op de vierkante meter. Wat is het lang geleden dat ik daar goed in was! Ik kon dubbele en soms zelfs driedubbele sprongen maken. Dat laatste is kansloos en die dubbele eindigen tegen mijn enkels. Maar wie weet? Oefening baart kunst en ik heb de tijd



Het balkon aan de voorkant is leuker, met beter uitzicht en echt buiten. Alleen is touwtje springen daar zelfs voor de geoefende springer onmogelijk. Dat balkon heeft dus geen status als gym. Wel als ‘terrasje’, want je kunt er heerlijk mensen kijken: de bewakers van de huizen die met elkaar potjes backgammon spelen. De mensen uit de kantoren die in hun pauze hun lunch komen eten in het park. En de mensen uit de buurt die hun honden en kinderen er laten spelen.


Beneden, onder aan de voet van de heuvel, ligt het stadscentrum er overdag stil en verlaten bij. Maar rond middernacht, als iedereen geacht wordt te slapen, dan komt er voorzichtig toch wat leven. Jongeren improviseren hun uitgaansleven op de trappen van het park. En beneden worden ware straatraces gereden rond de overdekte markt ‘Bessarabski’. In het donker hoor je de stemmen en besmuikt gelach, in de verte de gierende banden en af en toe een claxon of een fluitje.

En wij? Wij zitten voorlopig nog in verplichte zelf isolatie en we tellen de dagen af. Hoe we de dagen vullen? Otto werkt de hele dag en zijn secretaresse brengt hem stukken die getekend moeten worden. Zij zorgt er ook voor dat de chauffeur onze boodschappen komt brengen, waarmee ik meteen een antwoord geef op de vraag waar we van leven.

En hoe breng ik mijn dagen door? Iedereen die mij kent weet dat ik echt niet de hele dag aan het sporten ben in die balkon-gym. Ik heb twee ochtenden in de week online Russische les en telkens een bulk huiswerk. Verder probeer ik een boek te schrijven en daar is deze quarantaine periode zeer geschikt voor. Er zijn veel dingen waarover ik zou willen schrijven, maar die ik niet aan de openbaarheid van een blog toevertrouw. We zitten ook in noodzakelijke zelfcensuur, zoals jullie zullen begrijpen. Nadat ik laatst, nog in Nederland, met mijn dochters de aanwezigheid van een leuke winkel van een favoriet modemerk op de Meent in Rotterdam had besproken, kreeg Otto ineens advertenties daarvan op zijn telefoon. Zelfs in Nederland luistert er dus iemand mee.







